Gemeenschapswacht
Kan een gemeenschapswacht, aangeworven onder het PWA-statuut, een gemeenschapswacht-vaststeller worden?
Een PWA-er is geen gemeenteambtenaar. Hoewel hij ter beschikking gesteld is van een gemeente via een PWA-kantoor, behoudt de betrokken persoon het statuut van werkloze.
In het kader van de vigerende regelgeving voor GAS-vaststellers is het een voorwaarde dat de betrokken beambte een gemeenteambtenaar is, aldus rechtstreeks aangeworven door de lokale overheid via een arbeidscontract.
Welke functies dienen onder de wet van de gemeenschapswachten worden uitgevoerd?
Algemeen kan het volgende gesteld worden aangaande de functie van de gemeenschapswachten:
Elke persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks tewerk wordt gesteld door een gemeente en de opdrachten vermeld in de wet van 15 mei 2007 als kernopdracht uitvoert, wordt beschouwd als gemeenschapswacht.
Het betreft: alle niet-politionele publieke veiligheids- en preventiefuncties, meer bepaald de vroegere functies van de parkwachters, stadswachten, gemachtigde opzichters en vaststellende ambtenaren in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties.
Onder « rechtstreeks of onrechtstreeks tewerkgestelden » worden verstaan:
- de beambten die rechtstreeks door de gemeente worden aangeworven via een arbeidsovereenkomst (Bediende, Arbeider, Activa-statuut, Contingent Startbaan,…) ;
- de beambten die in het verleden onrechtstreeks door de gemeente worden aangeworven via een PWA-agentschap;
- de beambten aangeworven via een door bepaalde gemeenten opgerichte rechtspersoon, (vb. gemeenten die hun preventiedienst bijvoorbeeld hebben willen onderbrengen in een VZW).
Indien een gemeente bovengenoemde beambten in dienst heeft, of deze wenst aan te werven, is zij verplicht een dienst gemeenschapswachten op te richten, van waaruit alle gemeenschapswachten opereren. In een aantal gevallen kan dit een verschuiving van personeel uit diverse andere bestaande diensten tot gevolg hebben.
Als «kernopdracht» staat tegenover als «nevenopdracht».
Onder een activiteit uitgeoefend als nevenopdracht, verstaat men een activiteit die occasioneel wordt uitgevoerd. Het gebeurt immers dat bepaalde gemeentelijke beambten geconfronteerd worden met het uitvoeren van taken die zijn voorbehouden aan de gemeenschapswachten.
Hieronder verstaat men:
- een lerares die de kinderen voor de school helpt de straat oversteken;
- een redder die een toezicht houdt op personen op het strand;
- een preventieambtenaar die de bevolking rechtstreeks sensibiliseert door folders uit te delen ter gelegenheid van een preventieactie;
-
De functies van sociale preventie en diefstalpreventieadviseurs worden ook niet geviseerd door de wet van 15 mei 2007, aangezien hun kernopdracht het kader van de loutere sensibilisering ruim overschrijdt.
Mag een gemeenschapswacht Corona Safe Tickets controleren?
In de strijd tegen de corona-epidemie werd een uitgebreid gebruik van het Corona Safe Ticket ingevoerd. Het controleren van Corona Safe Tickets is echter geen taak die opgenomen mag worden door gemeenschapswachten(-vaststellers).
Welke volgorde dient er inzake de opleiding “gemeenschapswacht” en het psychotechnisch onderzoek gerespecteerd te worden?
Er werd geen volgorde bepaald inzake de voltooiing van de opleiding en het psychotechnisch onderzoek.
Belangrijk is echter dat aan beide voorwaarden voldaan moet zijn voordat iemand als gemeenschapswacht mag worden ingezet.
Hoe wordt het arbeids- en sociaal statuut van de gemeenschapswachten geregeld?
De wet op de gemeenschapswachten regelt enkel de functie van de gemeenschapswachten, maar heeft geen betrekking op het arbeids- en sociaal statuut van de beambten die deze functie uitoefenen. Op die wijze kan de lokale overheid opteren voor het sociaal dispositief van haar keuze en zo aan de beambten het statuut toekennen dat zij het meest geschikt acht.
Moet de volledige naam (voornaam en familienaam) steeds op de badge worden vermeld?
In artikel 12 van de wet van 15 mei 2007 wordt bepaald welke vermeldingen de identificatiekaart van de gemeenschapswacht(-vaststeller) moet bevatten, namelijk:
1° de naam, voornaam en foto van de houder
2° de naam van de organiserende gemeente
3° al naargelang van het geval, de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
4° de vervaldatum van de identificatiekaart.
In de omzendbrief PREV 32 worden bijkomend de twee doelstellingen van de identificatiekaart vermeld, namelijk:
- door middel van deze kaart kan betrokkene aantonen dat hij voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor het uitoefenen van de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
- de burger die zich benadeeld voelt door het optreden van een gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller, kan de beambte aan de hand van de identificatiekaart identificeren en zodoende zijn klachtrecht uitoefenen.
Omwille van deze bovenstaande redenen is het belangrijk dat de volledige naam (voornaam en familienaam) van de gemeenschapswacht(-vaststeller) op de identificatiekaart vermeld wordt.
Hoe verloopt de aankoop van het uniform?
De steden en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aankoop van het uniform van hun gemeenschapswachten, uiteraard rekening houdende met de vigerende wetgeving uit het MB van 7 december 2008 betreffende de werkkleding en het embleem van de «gemeenschapswachten».
In de toekomst zal er door de FOD Binnenlandse Zaken een raamcontract opengesteld worden om één leverancier aan te stellen dewelke de uniformen aan alle steden en gemeenten met gemeenschapswachten zal aanleveren.
Vanaf zodra er nieuwe stappen in dit proces gezet worden, zal dit gecommuniceerd worden aan de relevante partners.
Welk model van het strafregister dient bij de aanvraag voor een identificatiekaart bezorgd te worden?
Voor gemeenschapswachten bestaat er een specifiek model: Artikel 596.1, model voor gereglementeerde activiteiten (meer specifiek 596.1-16 gemeenschapswachten). Dit model dient opgeladen te worden. Het uittreksel mag maximum 3 maanden oud zijn, rekenend vanaf de datum van indiening van de aanvraag.
Welke procedure dient er voor de identificatiekaart gevolgd te worden als een gemeenschapswacht(-vaststeller) uit dienst treed?
Wanneer een gemeenschapswacht(-vaststeller), om welke reden dan ook, zijn activiteiten niet langer uitoefent binnen de gemeente, dient betrokkene zijn kaart binnen de 5 dagen aan de gemeenschapswachtcoördinator terug te bezorgen.
De gemeente dient vervolgens binnen de 5 dagen de kaart aangetekend terug te sturen aan de AD Veiligheid en Preventie, die de kaart vernietigt.
Adres = AD Veiligheid en Preventie – t.a.v. afdeling gemeenschapswachten
Handelsstraat 96 – 1040 Brussel
Vanwaar komt het bedrag van 17.200 euro waarvan sprake is in het koninklijk besluit van 25 december 2017 tot bepaling van de modaliteiten betreffende de bijkomende financiering van de gemeenschapswachten van de strategische veiligheids- en preventieplannen en gaat dit over een bijkomend budget?
Het bedrag van 17.200 euro waarvan sprake is in het bovengenoemde koninklijk besluit, is een bedrag dat vroeger via de FOD werkgelegenheid werd uitbetaald en nu is overgeheveld naar FOD Binnenlandse Zaken en wordt uitbetaald via een subsidie. Dit bedrag is het maximum dat een gemeente kan ontvangen voor een persoon die fulltime als gemeenschapswacht is tewerkgesteld. Dit bedrag dekt de reële lasten waarmee een gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van dat personeel. De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies, bijzondere toelagen, of bijzondere vrijstellingen die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten.
Dit bedrag staat volledig los van het bedrag dat tot 30 juni 2019 via Vlaanderen verkregen kon worden.