Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
58 resultaten

Alarm- en camera-installateur

Is het volgen van een opleiding vereist voor het personeel van ondernemingen voor camerasystemen?

Momenteel is er nog geen opleiding voor het personeel van ondernemingen voor camerasystemen.

Is een alarminstallateur verplicht de installateurscode te overhandingen bij oplevering?

Indien een code noodzakelijk is om toegang te krijgen tot de informatie en de programmering van het alarmsysteem, dient de onderneming voor alarmsystemen deze uiterlijk bij de oplevering van de installatie onvoorwaardelijk en zonder bijkomende kosten, aan de eigenaar van het alarmsysteem over te maken.

Voor alarmsystemen geïnstalleerd vóór 04/06/2007, maakt de onderneming voor alarmsystemen die de installatie, het onderhoud of de herstelling heeft uitgevoerd, op het eenvoudig verzoek van de eigenaar van het alarmsysteem de code die noodzakelijk is om toegang te krijgen tot de informatie en de programmering van het alarmsysteem, onvoorwaardelijk en kosteloos aan hem over

Bewakingsagent

Welke bevoegdheden heeft een bewakingsagent?

De wet voorziet 3 soorten bevoegdheden die steeds gepaard gaan met specifieke regels of voorwaarden. Deze regels zorgen o.a. voor een vrijwaring van de fundamentele rechten van de burgers.

1. Generieke bevoegdheden: bevoegdheden die gelden bij de uitoefening van bewakingsactiviteiten ongeacht de omstandigheden (art. 94 tot 120 van de wet private veiligheid).

  • Toegangscontrole van personen en bij niet publiek toegankelijke plaatsen van voertuigen.
  • Identiteitscontroles bij alle (nieuw) niet voor het publiek toegankelijke plaatsen.
  • Bewaking van de veiligheidsperimeter bij noodsituaties.
  • Bewaking op de openbare weg in gelimiteerde gevallen.

2. Activiteitsgebonden bevoegdheden en/of verplichtingen: bevoegdheden waarover een bewakingsagent enkel beschikt indien hij een bepaalde bewakingsactiviteit uitoefent (art. 121 tot 135 van de wet private veiligheid). bijv.: 

  • Winkelinspectie (het interpelleren van klanten die van diefstal worden verdacht.
  • Verkeersbegeleiding (de bewakingsagent heeft op dat moment ook de bevoegdheden als signaalgever).
  • Beveiligd vervoer (gebruik van ontwaardingssystemen).
  • Uitgaansmilieu (de activiteiten aan de in- of uitgang gebeuren in het gezichtsveld van camera’s, behalve in occasionele dansgelegenheden).

3. Situationele bevoegdheden: bevoegdheden waarover een bewakingsagent enkel beschikt op specifieke plaatsen of in specifieke situaties (art. 136 tot 145 van de wet private veiligheid). bijv.:

  • De systematische controle van en in de voertuigen bij het verlaten van sites waar nucleair materiaal wordt bewaard.
  • Het zoeken naar onbevoegde personen op nucleaire sites of in bepaalde havenfaciliteiten.

Hoe kan ik een bewakingsagent herkennen?

  • Uniform:

    Behoudens enkele uitzonderingen (bijv. een winkelinspecteur of een bodyguard) zijn bewakingsagenten verplicht om een uniform te dragen.

Dit uniform moet bovendien aan een aantal bestaande voorwaarden te voldoen:

  1. Het mag geen aanleiding geven tot verwarring met het uniform van agenten van de openbare macht. Zo mogen bijv. metalen knopen, kepies of schouderstukken geen deel uitmaken van het uniform van bewakingsagenten;

  2. De kleuren van het uniform zijn uitsluitend zwart, wit, geel of rood of een mengeling van deze kleuren;
  3. Het uniform bevat naast de naam en het logo van de vergunde bewakingsonderneming/interne bewakingsdienst en eventueel de woorden “SECURITY”, “SECURITE” of “VEILIGHEID”, geen andere opschriften, tekeningen, insignes,…
    • Vigilisembleem:

      Naast de hierboven bedoelde voorwaarden dient er op de rechterborstzijde van de zichtbare bovendelen van het uniform van de bewakingsagent tevens een vigilisembleem gestikt te zijn.

      Dit herkenbare “V-teken” wordt exclusief door de FOD Binnenlandse Zaken uitgereikt aan de vergunde bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten.

      Vigilis embleem
       

    • Identificatiekaart:

      Uitgezonderd operatoren van alarmcentrales (nieuw), die immers niet zichtbaar in contact komen met het publiek, zijn bewakingsagenten wettelijk verplicht om tijdens de uitoefening van bewakingsactiviteiten hun door de FOD Binnenlandse Zaken afgeleverde identificatiekaart op een duidelijk leesbare wijze te dragen. Het zal niet meer volstaan om een ondernemingsbadge zichtbaar te dragen en de identificatiekaart bijvoorbeeld louter op zak te hebben (nieuw).
      Hoewel winkelinspecteurs hun identificatiekaart niet dienen te dragen tijdens hun observaties, moeten ook zij deze identificatiekaart duidelijk zichtbaar dragen wanneer zij een winkelklant interpelleren.
      Identificatiekaart Beveiliging  
       

    Het belang van de kaart is evident:

    1. Voor de bewakingsagent:
      Hij bewijst met zijn geldige kaart dat hij zijn bewakingsfunctie wettelijk mag opnemen. Zonder kaart kan hij immers geen bewakingsactiviteiten uitoefenen.

    2. Voor de controle-instanties (politiediensten en bevoegde inspecteurs):
      De bewakingsagent moet bij elke controle zijn kaart afgeven wanneer dat gevraagd wordt.

    3. Voor de burger:
      Deze moet kunnen weten met welke bewakingsagent hij geconfronteerd werd om bijvoorbeeld bij onheuse behandeling klacht te kunnen indienen. De bewakingsagent moet zijn kaart dan ook tonen aan elke burger die erom vraagt.

    4. Voor de klanten van een bewakingsonderneming:
      Klanten die de bewaker wensen te identificeren alvorens hij beveiligde zones betreedt of waarden ophaalt of om na te gaan of het om een echte dan wel een valse bewakingsagent gaat.​

    Gemeenschapswacht

    Wat zijn de profielen van de lesgevers voor de opleiding ‘Gemeenschapswacht’?

    Volgens het KB van 15 mei 2009 moet de erkende opleiding gedoceerd worden door lesgevers die beschikken over een nuttige ervaring van minimum 2 jaar of een diploma hoger onderwijs met betrekking tot de materie die ze zullen onderwijzen.

    De toegang tot de examens is afhankelijk van een regelmatige aanwezigheid tijdens de vorming, wat wordt er verstaan onder deze “regelmatige aanwezigheid”?

    Artikel 4 van het KB van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen bepaalt het volgende:

    “De aanwezigheid kan als regelmatig beschouwd  worden, indien de eventuele gerechtvaardigde afwezigheden niet meer bedragen dan twintig procent van het totaal aantal lesuren. Ingeval van niet-gerechtvaardigde afwezigheid, wordt de volledige opleiding niet gevalideerd.”

    Een kandidaat mag dus deelnemen aan de examens als hij niet meer dan 20% gerechtvaardigde afwezigheid (bv. ziekte met attestatie van dokter) kende tijdens de volledige opleiding én geen enkele onwettige afwezigheid. 
    Vanaf dat iemand meer dan 20% afwezigheid en/of één onwettige afwezigheid kent, dient de volledige opleiding opnieuw gevolgd te worden.
     

    Als een kandidaat gemeenschapswacht een vrijstelling wenst te bekomen voor een vak of onderdeel van een vak dat hij reeds met vrucht behaalde, aan wie dient dit verzoek dan gericht te worden?

    Een vraag tot vrijstelling dient gericht te worden aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, dit kan door een mail te richten aan volgend mailadres: [email protected]. Een vrijstelling kan slechts goedgekeurd worden indien aan bepaalde voorwaarden voldaan is en mits voorlegging van een geldig attest. 

    Moet een gemeenschapswacht die de opleiding gemeenschapswacht reeds gevolgd heeft voor de wijzigingen van de wet in 2014 de opleiding opnieuw volgen als hij bijvoorbeeld voor een andere gemeente gaat werken?

    De geldigheid van de behaalde attesten blijft behouden. De gemeenschapswacht is niet verplicht om de opleiding  opnieuw te volgen tenzij natuurlijk de gemeente hier zelf op staat. 

    Is een gemeenschapswacht(-vaststeller) verplicht om een psychotechnisch onderzoek te ondergaan?

    In de wet van 15 juli 2018 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken wordt gesteld in artikel 39,4° : “Het voldoen aan het profiel wordt nagegaan aan de hand van een psychotechnisch onderzoek, nader te bepalen door de minister van Binnenlandse Zaken.”

    Deze verplichting is van toepassing voor alle gemeenschapswachten die zijn aangeworven na 5 oktober 2018.

    Het KB van 14 augustus 2021 betreffende de organisatie van het psychotechnisch onderzoek voor de gemeenschapswacht en de gemeenschapswacht-vaststeller verstrekt meer informatie inzake het psychotechnisch onderzoek. De psychotechnische test wordt door SELOR afgenomen. Het psychotechnisch onderzoek bestaat uit 2 testen. Enerzijds 2 computergestuurde persoonlijkheidsvragenlijsten en anderzijds een interview. Enkel de gemeenten kunnen de kandidaten hiervoor inschrijven. Dit kan door een mail te richten naar [email protected]. Een Excel-bestand zal bezorgd worden, hetwelk vervolledigd dient te worden met de gegevens van de kandidaat-gemeenschapswacht.

    De prijs van het psychotechnisch onderzoek bedraagt 200 euro. 
    OPGELET: zodra de instructies en de link naar de persoonlijkheidsvragenlijsten aan de ingeschreven kandidaten zijn doorgemaild, zullen alle tests in rekening worden gebracht.
    Hetzelfde geldt voor kandidaten die niet bij het gesprek aanwezig zijn; de test wordt ook in rekening gebracht.

    Het onderzoek peilt naar bepaalde competenties waarover een gemeenschapswacht (-vaststeller) dient te beschikken. Het gaat hier in het bijzonder over de volgende 5 competenties:
    1° respect voor medemensen;
    2° burgerzin;
    3° een incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;
    4° respect voor plichten en procedures;
    5° geen gevaar vormen voor de openbare orde.

    Slagen voor het psychotechnisch onderzoek is noodzakelijk alvorens men de job van gemeenschapswacht(-vaststeller) mag uitoefenen. 

    Er bestaat geen mogelijkheid tot herkansing. De kandidaat die niet geslaagd is, mag de job van gemeenschapswacht(-vaststeller) dan ook niet uitoefenen. 

    Het is niet mogelijk voor personen die reeds het psychotechnisch onderzoek voor bewakingsagent hebben afgelegd om een vrijstelling te bekomen. 

    Wat is de rol van de korpschef bij de aanwervingsprocedure?

    De korpschef vervult bij de aanwervingsprocedure een adviserende rol.
     
    De gemeenschapswachten, de  gemeenschapswacht-vaststeller en de  gemeenteambtenaar  belast met de leiding over de dienst, kunnen slechts door de gemeente worden aangeworven na advies van  de  korpschef van de lokale politie, bevoegd voor de politiezone waartoe de betrokken gemeente behoort. 

    Voor het formuleren van zijn advies houdt de korpschef in het bijzonder rekening met de elementen die betrekking hebben op de volgende vereisten:
    -    Zij mogen niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een  criminele straf, bestaande uit een boete, een werkstraf of een gevangenisstraf – behoudens veroordelingen voor verkeersovertredingen. 
    -    Zij mogen geen feiten gepleegd hebben die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke  veroordeling, kunnen  raken aan het  vertrouwen in de betrokkene, omdat ze ofwel een ernstige maatschappelijke tekortkoming  uitmaken, of omdat eruit blijkt dat de betrokkene niet beantwoord aan het gewenste profiel van gemeenschapswacht. 

    Volgende categorieën kunnen onder deze feiten begrepen worden:
    -    Strafrechtelijke feiten die het voorwerp uitmaken  van een strafrechtelijk onderzoek of  een  opsporingsonderzoek of een strafrechtsprocedure zonder dat er reeds een definitieve rechtelijke uitspraak is. 
    -    Strafrechtelijke feiten die onvoldoende zwaarwichtig worden beschouwd om er op strafrechtelijk vlak gevolgen aan te verbinden, maar die toch van aard zijn om te twijfelen aan het vertrouwen in de betrokkene om hem/haar als gemeenschapswacht aan te stellen. 
    -    Feiten van bestuurlijke politie (vb. ordeverstoringen, hooliganisme,…)