Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
33 resultaten

Vergunningen en activiteiten

Welke kosten zijn er verbonden aan een vergunning?

Aan de (aanvraag tot) vergunning zijn een aantal kosten verbonden. Het gaat enerzijds om:

  • eenmalige kosten, bijv. de dossierkost (€ 1000) voor een nieuwe vergunning / de overgang van een natuurlijk persoon naar rechtspersoon of een nieuwe vergunning na een eerdere weigering of intrekking.

  • recurrente kosten, bijv. de jaarlijkse retributie, de verplichte opleidingen, de bestelling van identificatiekaarten, emblemen, enz.

In welke taal wordt een vergunning afgeleverd?

Een vergunning wordt verleend in de taal van het taalgebied van de vestigingsplaats van de onderneming. 

Dit impliceert dat de vergunning in het Nederlands wordt afgeleverd voor ondernemingen gevestigd in het Nederlandstalig taalgebied . Vergunningen voor ondernemingen gevestigd in het Franstalig taalgebied worden aldus in het Frans afgeleverd. Voor ondernemingen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wordt de vergunning afgeleverd in het Nederlands of het Frans, naargelang de keuze van de onderneming.

Welke regeling is van toepassing op de activiteit "begeleiding van uitzonderlijke voertuigen met het oog op de verkeersveiligheid"?

Naar aanleiding van de Zesde Staatshervorming is de materie begeleiding uitzonderlijk vervoer geregionaliseerd en sedert 1 januari 2018 hebben de gewesten het praktische beheer van deze activiteit ook daadwerkelijk overgenomen.

De activiteit begeleiding van uitzonderlijk vervoer wordt sinds de inwerkintreding van de wet van 2 oktober 2017 niet langer als een bewakingsactiviteit beschouwd.

Vragen?

Vragen omtrent de materie begeleiding uitzonderlijk vervoer kunt u richten tot de bevoegde diensten van het Vlaams Gewest:

  • Agentschap Wegen en Verkeer, Afdeling Expertise Verkeer en Telematica, Team Zwaar Vervoer
    Koning Albert II-laan 20 bus 4 1000 Brussel
    Tel: +32 (0)2 553 78 47
    [email protected] 

Valt het opsporen met honden van pyrotechnische middelen zoals rookbommen of rotjes, bijvoorbeeld in de voetbalstadia of tijdens sportevenementen, onder het toepassingsgebied van de wet private veiligheid van 2 oktober 2017

Ja. Het doorzoeken van roerende of onroerende goederen naar spionageapparatuur, wapens, drugs, explosieve stoffen, stoffen die voor de aanmaak van explosieve stoffen kunnen aangewend worden of andere gevaarlijke voorwerpen, is een bewakingsactiviteit (artikel 3, 9° van de wet).  

Het betreft hier wel degelijk het doelgericht preventief doorzoeken van lokalen of goederen die de afwezigheid van ongewenste goederen of stoffen, zoals wapens, drugs, springstoffen, spionageapparatuur, ... kunnen verzekeren.

De bewakingsactiviteit die hier wordt beoogd, moet pyrotechnische middelen (rookbommen, rotjes,..) opsporen die ongewenste voorwerpen zijn in de voetbalstadions of tijdens sportevenementen en potentieel gevaarlijk zijn aangezien zij brand of rook kunnen opwekken.

Deze activiteit beperkt zich uitsluitend tot het doorzoeken van goederen en is niet van toepassing op personen. Dit laatste blijft een exclusieve politieactiviteit.

Welke bewakingsactiviteiten kunnen uitgeoefend worden met honden? Welke zijn de verplichtingen en wat is verboden?

Patrouillehond Speurhond

1. Statische bewaking van roerende of onroerende goederen;

2. Mobiele bewaking van roerende of onroerende goederen en interventie na alarm;

3. Toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet voor het publiek toegankelijke plaatsen;

Deze drie activiteiten kunnen niet worden uitgeoefend met een patrouillehond op de volgende plaatsen:

  • gebouwen of gedeelten van gebouwen die publiek toegankelijk zijn;
  • publiek toegankelijke reizigersvoertuigen.

De enige uitzonderingen op dit verbod hebben betrekking op :

  • de publiek toegankelijke gebouwen die deel uitmaken van luchthavens, internationale stations, nucleaire sites, militaire domeinen, ISPShavenfaciliteiten, SEVESOinrichtingen of bepaalde internationale instellingen of ambassades,
  • de parkings of winkelgalerijen, tussen 19 uur en 7 uur.

4. De bewakingsactiviteiten bij evenementen uitgeoefend op de parkings of niet voor het publiek toegankelijke sites;

5. De bewakingsactiviteiten in uitgaansmilieu uitgeoefend op de parkings of niet voor het publiek toegankelijke sites.

Bijzondere regeling voor veiligheidsdiensten bij openbare vervoersmaatschappijen

De bovenvermelde drie eerste activiteiten kunnen worden uitgeoefend door de veiligheidsdiensten van de openbare vervoersmaatschappijen op alle plaatsen waar de bevoegdheden van de veiligheidsdienst mogen worden uitgeoefend en die geen rijdend reizigersvoertuig uitmaken.

1. Het doorzoeken van roerende of onroerende goederen naar spionageapparatuur, wapens, drugs, explosieve stoffen, stoffen die voor de aanmaak van explosieve stoffen kunnen aangewend worden of andere gevaarlijke voorwerpen.

Het doorzoeken van roerende goederen met een speurhond is slechts mogelijk als deze doorzoeking plaatsvindt op een plaats die tijdelijk niet publiek toegankelijk wordt gemaakt.

De agenten kunnen met behulp van de speurhond de goederen die een persoon op of bij zich draagt enkel doorzoeken als de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:

a) De betrokkene deze vrijwillig onderwerpt;

b) De goederen afgescheiden worden van de betrokkene;

c) De doorzoeking plaatsvindt onder cameratoezicht of binnen het directe zicht van de betrokkene;

d) De doorzoeking plaatsvindt bij een toegangscontrole of bij indicatie dat de persoon voorwerpen of substanties (spionageapparatuur, wapen, drugs, explosieve stoffen of andere gevaarlijke voorwerpen) op of bij zich draagt¹

Het doorzoeken van onroerende goederen kan alleen plaatsvinden op plaatsen waar op het moment van het aanvatten en het uitvoeren van de doorzoeking geen andere personen aanwezig zijn dan de beheerder van de plaats of de personen die er werkzaam zijn.

2. Detectie van onbevoegden

3. Wanneer de hond fungeert als technisch middel ter beschikking gesteld van een overheidsdienst die gemachtigd is om speuropdrachten uit te voeren met het oog op het verzekeren van de veiligheid.

¹ De voorwaarden a, c en d zijn niet van toepassing in luchthavens, internationale stations, nucleaire sites, militaire domeinen, ISPS-havenfaciliteiten, SEVESO-inrichtingen en bepaalde internationale instellingen of ambassades

De patrouillehond moet tijdens de uitoefening van de activiteiten steeds:

  • gemuilkorfd zijn en

  • aan een leiband gehouden worden (maximumlengte van 2 meter).
     

De geleider dient er zich van te vergewissen dat zijn hond zowel bij de aanvang van de opdracht als tijdens de uitoefening ervan, in staat is om zijn taken correct uit te voeren. Indien dit niet het geval is, verwittigt hij onmiddellijk de opdrachtgever en stopt hij de activiteiten met hond of vat hij deze niet aan.

De speurhond die ingezet wordt bij het doorzoeken van roerende of onroerende goederen:

  • mag enkel ongemuilkorfd zijn tijdens het speuren zelf en

  • moet aan een leiband gehouden worden (maximumlengte van 2 meter).

De speurhond die ingezet wordt als detectiemiddel van onbevoegden:

  • moet aan een leiband gehouden worden (maximumlengte van 2 meter).

  • moet bij het aantreffen van onbevoegden onmiddellijk gemuilkorfd worden en op afstand gehouden worden zodat hij geen deel meer uitmaakt van de verdere controle of doorzoeking

De speurhond kan per 24 uur maximum 8 uur worden ingezet, met inbegrip van de rustperiodes. Na elke 30 minuten activiteit moet de geleider de hond minimaal 30 minuten laten rusten.

De geleider dient er zich van te vergewissen dat zijn hond zowel bij de aanvang van de opdracht als tijdens de uitoefening ervan, in staat is om zijn taken correct uit te voeren. Indien dit niet het geval is, verwittigt hij onmiddellijk de opdrachtgever en stopt hij de activiteiten met hond of vat hij deze niet aan.

De bewakings- of veiligheidsagent kan niet tegelijkertijd zijn hond geleiden en één van de volgende handelingen uitvoeren:

  • een toegangscontrole

  • een uitgangscontrole

  • gewapende bewaking

  • een identiteitscontrole

  • een vervoerbewijscontrole in het kader van de bevoegdheden van veiligheidsdiensten.

De inzet of aanwezigheid van een patrouillehond is niet toegelaten bij het uitvoeren van een veiligheidscontrole na vatting of bij een verwijdering.

Honden kunnen nooit als wapen of dwangmiddel worden gebruikt of worden ingezet om aan te vallen.

De inzet van honden die getraind zijn om aan te vallen of te bijten is verboden.

Honden kunnen nooit als wapen of dwangmiddel worden gebruikt of worden ingezet om aan te vallen.

De inzet van honden die getraind zijn om aan te vallen of te bijten is verboden.

 

Welke honden kunnen ingezet worden als bewakingshond?

Patrouillehond Speurhond

Als patrouillehond kunnen uitsluitend herdershonden¹ ingezet worden die:

  1. een minimumleeftijd hebben van 12 maanden;

  2. eigendom zijn van de onderneming, interne dienst, veiligheidsdienst of geleider die de hond inzet (art. 11 KB Honden).

¹ herdershond: alle hondenrassen die door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) worden ingedeeld in rasgroep 1 (art. 1, 4° KB Honden)

Als speurhond kunnen uitsluitend honden ingezet worden die:

  1. een minimumleeftijd hebben van 16 maanden;

  2. eigendom zijn van de onderneming, interne dienst of veiligheidsdienst die de hond inzet (art. 18 KB Honden).

 

Wat is een bewakingshond?

Een bewakingshond is ofwel patrouillehond ofwel speurhond en wordt steeds ingezet met dezelfde geleider (art. 4 en 5 van het KB Honden)

Patrouillehond Speurhond
Herdershond die de bewakingsagent bijstaat bij het uitvoeren van zijn bewakingsactiviteiten en hem vergezelt om personen met normafwijkende intenties af te schrikken. Hond ingezet voor het speuren naar personen, drugs, (componenten van) explosieven, munitie, wapens, brandversnellers of gaslekken.

 

Kunnen de leden van een vereniging die bewakingsactiviteiten uitoefenen ter gelegenheid van een evenement dat zij organiseert, een fooi of andere beloning bekomen?

Neen. Net zoals de bewakingsagenten (artikel 120 wet private veiligheid) zijn de leden van de vereniging ook onderworpen aan het verbod om fooien of andere beloningen van derden te bekomen (artikel 24, zesde lid).

Welke bevoegdheden mogen de leden van een vereniging uitoefenen bij de uitoefening van bewakingsactiviteiten ter gelegenheid van een evenement dat zij zelf organiseert?

De leden van de vereniging kunnen uitsluitend bepaalde bevoegdheden uitoefenen volgens de volgende nadere regels (artikel 24, vijfde lid wet private veiligheid): 

  1. Aan de toegang van de plaatsen die ze bewaken, personen controleren met als enige bedoeling na te gaan of deze personen wapens of gevaarlijke voorwerpen waarvan het binnenbrengen in een plaats het goede verloop van het evenement kan verstoren of de veiligheid van de aanwezigen in het gedrang kan brengen, bij zich dragen. Hiertoe kunnen ze de inhoud van de bagage die de personen bij zich hebben visueel controleren en controleren of de betrokken persoon dergelijke goederen op zich draagt (artikel 102).  Deze controles mogen niet verder reiken dan de oppervlakkige betasting van de kledij door een persoon van hetzelfde geslacht als de gecontroleerde persoon en voor zover de betrokken personen zich vrijwillig aan deze controles onderwerpen (artikel 104) ;

  2. De toegang ontzeggen (artikel 105) aan personen die:
    - zich niet onderwerpen aan een voor bezoekers georganiseerde toegangscontrole (zie 1.):
    - zonder toelating niet publiek toegankelijke plaatsen proberen te betreden;
    - niet beschikken over het vereiste toegangsdocument;
    - het goede verloop van het evenement kunnen verstoren;
    - de veiligheid van de aanwezigen of een veilige uitbating in het gedrang kunnen brengen.
    Indien een persoon in het bezit blijkt te zijn van een wapen, verwittigt het lid van de vereniging onmiddellijk de politiediensten.
    Indien een persoon aan wie de toegang is ontzegd, toch probeert binnen te geraken, verwittigen de leden van de vereniging er hem van dat hem de toegang zal verhinderd worden.
    Indien de betrokken persoon de toegangsweigering blijft negeren, kunnen de leden van de vereniging hem, zonder gebruik te maken van geweld of dwang, de toegang tot de plaats verhinderen.
    Leden van de vereniging mogen de toegang tot een plaats niet weigeren of verhinderen op basis van een directe of indirecte discriminatie.

  3. Personen die ze op heterdaad betrappen bij het plegen van feiten die een wanbedrijf of een misdaad uitmaken, vatten en in afwachting van de komst van de politiediensten, verhinderen dat ze weglopen op voorwaarde dat ze de politiediensten na de betrapping op heterdaad onmiddellijk hebben verwittigd (artikel 110);

  4. Tot de aankomst van de politiediensten blijft de gevatte persoon permanent onder het rechtstreekse toezicht van de bewakingsagenten.
    Het is verboden om de gevatte persoon op te sluiten of hem door enig middel ergens aan vast te maken (artikel 111);

  5. De gevatte persoon dient onmiddellijk in vrijheid te worden gesteld (artikel 112):
    - indien de politiediensten laten weten niet ter plaatse te zullen komen;
    - zodra blijkt dat hij de feiten niet heeft begaan of dat de begane feiten geen wanbedrijf of een misdaad uitmaken;
    - indien de politiediensten binnen twee uur, te rekenen vanaf het moment van verwittiging, niet ter plaatse zijn gekomen.

  6. Alleen evenementenbewaking kan worden uitgevoerd op de openbare weg (artikel 115, 2°).