Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
286 resultaten

Gemeenschapswacht

Is de vermelding ‘vaststeller’ verplicht op de kledij of kan dit via een armband-kaart?

Er dient een zichtbaar onderscheid gemaakt te worden tussen de functie van gemeenschapswacht en gemeenschapswacht-vaststeller en dit door middel van een band met de term “vaststeller” op de rechtermouw van vest/hemd/polo/t-shirt. 


 

Als een kandidaat gemeenschapswacht een vrijstelling wenst te bekomen voor een vak of onderdeel van een vak dat hij reeds met vrucht behaalde, aan wie dient dit verzoek dan gericht te worden?

Een vraag tot vrijstelling dient gericht te worden aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, dit kan door een mail te richten aan volgend mailadres: [email protected]. Een vrijstelling kan slechts goedgekeurd worden indien aan bepaalde voorwaarden voldaan is en mits voorlegging van een geldig attest. 

Wat zijn de profielen van de lesgevers voor de opleiding ‘Gemeenschapswacht’?

Volgens het KB van 15 mei 2009 moet de erkende opleiding gedoceerd worden door lesgevers die beschikken over een nuttige ervaring van minimum 2 jaar of een diploma hoger onderwijs met betrekking tot de materie die ze zullen onderwijzen.

Is een gemeenschapswacht(-vaststeller) verplicht om een psychotechnisch onderzoek te ondergaan?

In de wet van 15 juli 2018 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken wordt gesteld in artikel 39,4° : “Het voldoen aan het profiel wordt nagegaan aan de hand van een psychotechnisch onderzoek, nader te bepalen door de minister van Binnenlandse Zaken.”

Deze verplichting is van toepassing voor alle gemeenschapswachten die zijn aangeworven na 5 oktober 2018.

Het KB van 14 augustus 2021 betreffende de organisatie van het psychotechnisch onderzoek voor de gemeenschapswacht en de gemeenschapswacht-vaststeller verstrekt meer informatie inzake het psychotechnisch onderzoek. De psychotechnische test wordt door SELOR afgenomen. Het psychotechnisch onderzoek bestaat uit 2 testen. Enerzijds 2 computergestuurde persoonlijkheidsvragenlijsten en anderzijds een interview. Enkel de gemeenten kunnen de kandidaten hiervoor inschrijven. Dit kan door een mail te richten naar [email protected]. Een Excel-bestand zal bezorgd worden, hetwelk vervolledigd dient te worden met de gegevens van de kandidaat-gemeenschapswacht.

De prijs van het psychotechnisch onderzoek bedraagt 200 euro. 
OPGELET: zodra de instructies en de link naar de persoonlijkheidsvragenlijsten aan de ingeschreven kandidaten zijn doorgemaild, zullen alle tests in rekening worden gebracht.
Hetzelfde geldt voor kandidaten die niet bij het gesprek aanwezig zijn; de test wordt ook in rekening gebracht.

Het onderzoek peilt naar bepaalde competenties waarover een gemeenschapswacht (-vaststeller) dient te beschikken. Het gaat hier in het bijzonder over de volgende 5 competenties:
1° respect voor medemensen;
2° burgerzin;
3° een incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;
4° respect voor plichten en procedures;
5° geen gevaar vormen voor de openbare orde.

Slagen voor het psychotechnisch onderzoek is noodzakelijk alvorens men de job van gemeenschapswacht(-vaststeller) mag uitoefenen. 

Er bestaat geen mogelijkheid tot herkansing. De kandidaat die niet geslaagd is, mag de job van gemeenschapswacht(-vaststeller) dan ook niet uitoefenen. 

Het is niet mogelijk voor personen die reeds het psychotechnisch onderzoek voor bewakingsagent hebben afgelegd om een vrijstelling te bekomen. 

Wat is de rol van de korpschef bij de aanwervingsprocedure?

De korpschef vervult bij de aanwervingsprocedure een adviserende rol.
 
De gemeenschapswachten, de  gemeenschapswacht-vaststeller en de  gemeenteambtenaar  belast met de leiding over de dienst, kunnen slechts door de gemeente worden aangeworven na advies van  de  korpschef van de lokale politie, bevoegd voor de politiezone waartoe de betrokken gemeente behoort. 

Voor het formuleren van zijn advies houdt de korpschef in het bijzonder rekening met de elementen die betrekking hebben op de volgende vereisten:
-    Zij mogen niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een  criminele straf, bestaande uit een boete, een werkstraf of een gevangenisstraf – behoudens veroordelingen voor verkeersovertredingen. 
-    Zij mogen geen feiten gepleegd hebben die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke  veroordeling, kunnen  raken aan het  vertrouwen in de betrokkene, omdat ze ofwel een ernstige maatschappelijke tekortkoming  uitmaken, of omdat eruit blijkt dat de betrokkene niet beantwoord aan het gewenste profiel van gemeenschapswacht. 

Volgende categorieën kunnen onder deze feiten begrepen worden:
-    Strafrechtelijke feiten die het voorwerp uitmaken  van een strafrechtelijk onderzoek of  een  opsporingsonderzoek of een strafrechtsprocedure zonder dat er reeds een definitieve rechtelijke uitspraak is. 
-    Strafrechtelijke feiten die onvoldoende zwaarwichtig worden beschouwd om er op strafrechtelijk vlak gevolgen aan te verbinden, maar die toch van aard zijn om te twijfelen aan het vertrouwen in de betrokkene om hem/haar als gemeenschapswacht aan te stellen. 
-    Feiten van bestuurlijke politie (vb. ordeverstoringen, hooliganisme,…) 

Welke volgorde dient er inzake de opleiding “gemeenschapswacht” en het psychotechnisch onderzoek gerespecteerd te worden?

Er werd geen volgorde bepaald inzake de voltooiing van de opleiding en het psychotechnisch onderzoek.
Belangrijk is echter dat aan beide voorwaarden voldaan moet zijn voordat iemand als gemeenschapswacht mag worden ingezet. 
 

De toegang tot de examens is afhankelijk van een regelmatige aanwezigheid tijdens de vorming, wat wordt er verstaan onder deze “regelmatige aanwezigheid”?

Artikel 4 van het KB van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen bepaalt het volgende:

“De aanwezigheid kan als regelmatig beschouwd  worden, indien de eventuele gerechtvaardigde afwezigheden niet meer bedragen dan twintig procent van het totaal aantal lesuren. Ingeval van niet-gerechtvaardigde afwezigheid, wordt de volledige opleiding niet gevalideerd.”

Een kandidaat mag dus deelnemen aan de examens als hij niet meer dan 20% gerechtvaardigde afwezigheid (bv. ziekte met attestatie van dokter) kende tijdens de volledige opleiding én geen enkele onwettige afwezigheid. 
Vanaf dat iemand meer dan 20% afwezigheid en/of één onwettige afwezigheid kent, dient de volledige opleiding opnieuw gevolgd te worden.
 

Hoe verloopt de aankoop van het uniform?

De steden en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aankoop van het uniform van hun gemeenschapswachten, uiteraard rekening houdende met de vigerende wetgeving uit het MB van 7 december 2008 betreffende de werkkleding en het embleem van de «gemeenschapswachten».

In de toekomst zal er door de FOD Binnenlandse Zaken een raamcontract opengesteld worden om één leverancier aan te stellen dewelke de uniformen aan alle steden en gemeenten met gemeenschapswachten zal aanleveren.
Vanaf zodra er nieuwe stappen in dit proces gezet worden, zal dit gecommuniceerd worden aan de relevante partners. 
 

Moet de volledige naam (voornaam en familienaam) steeds op de badge worden vermeld?

In artikel 12 van de wet van 15 mei 2007 wordt bepaald welke vermeldingen de identificatiekaart van de gemeenschapswacht(-vaststeller) moet bevatten, namelijk:
1° de naam, voornaam en foto van de houder
2° de naam van de organiserende gemeente 
3° al naargelang van het geval, de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
4° de vervaldatum van de identificatiekaart.

In de omzendbrief PREV 32 worden bijkomend de twee doelstellingen van de identificatiekaart vermeld, namelijk:
- door middel van deze kaart kan betrokkene aantonen dat hij voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor het uitoefenen van de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
- de burger die zich benadeeld voelt door het optreden van een gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller, kan de beambte aan de hand van de identificatiekaart identificeren en zodoende zijn klachtrecht uitoefenen.

Omwille van deze bovenstaande redenen is het belangrijk dat de volledige naam (voornaam en familienaam) van de gemeenschapswacht(-vaststeller) op de identificatiekaart vermeld wordt.  

Rekening houdend met de wetswijziging van 13 januari 2014, kan een attest van de GAS-opleiding, afgelegd voor 2014, volstaan om de functie van gemeenschapswacht-vaststeller te mogen opnemen?

Enkel indien deze personen de recyclageopleiding - voorzien in de artikelen 2, § 1 en 4 § 1 van het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie - binnen de twee jaar van het in werking treden van de wet van 24 juni 2013 met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties gevolgd te hebben (dus voor 1/1/2016).