Opvolging & evaluatie

Wat is de rol van de coördinator en de verantwoordelijke politieambtenaar?
Vergrootglas op woningen

Opvolging van een BIN

De coördinator zal een goede opvolging garanderen. De coördinator houdt best de berichten van de politie bij, met vermelding van tijdstip en inhoud. Ook het noteren van de feedback die op berichten komt en het gevolg dat eraan gegeven wordt, vormen bruikbare informatie die nadien voor een evaluatie kan dienen. Daarnaast is het belangrijk om geregeld te luisteren naar de reacties van medebewoners.

De gemandateerde politiebeambte staat in voor het meten van het meldingsgedrag van de burgers, die al dan niet lid zijn van het BIN, binnen de wijk of de gemeente. Verder zal de politiebeambte de berichtgeving beluisteren en/of nalezen en beoordelen. Ook de verzending van de feedbackinformatie wordt opgevolgd.

Om de opvolging zo vlot mogelijk te laten verlopen, komen de coördinator en de gemandateerde politiebeambte geregeld samen om informatie uit te wisselen en hun bevindingen aan elkaar te toetsen. Tijdens die contactmomenten bereiden ze ook de komende activiteiten van het buurtinformatienetwerk voor.

Een BIN evolueert slechts als de BIN-leden op regelmatige basis samenkomen. Daarbij kan ook een gastspreker of een specifiek thema aan bod komen. Een tijdschrift dat op vooraf bepaalde tijdstippen verdeeld wordt, vraagt een zeker engagement van de coördinator/stuurgroep en de gemandateerde politiebeambte. In het tijdschrift kunnen aan bod komen: preventieve maatregelen, een overzicht van de verstuurde berichten, nieuws dat de politie aan de burgers wil bekendmaken, informatie over eventuele opgeloste zaken, …

Naburige BIN’s kunnen een bovenlokale BIN-werking opstarten.

Evaluatie van een BIN

Het buurtinformatienetwerk vormt een samenwerkingsverband dat op een preventieve manier werkt aan een goede en veilige leefomgeving en samenleving. Door middel van goede communicatie wil het buurtinformatienetwerk een preventief effect hebben op criminaliteit en de veiligheid van de bewoners verhogen.

Repressie en ordehandhaving blijven ook in dit kader een taak van de politie. Een evaluatie van het BIN mag niet enkel gebeuren op basis van de criminaliteitscijfers. Ook andere elementen moeten in acht genomen worden.

Doelstellingen behaald?

Of een BIN-partnerschap de doelstellingen haalt, wordt bepaald aan de hand van de volgende punten:

  • De manier waarop de afspraken binnen de BIN-werking zijn nageleefd: hoeveel communicaties zijn er gebeurd, hoe waren die inhoudelijk, hoe is het communicatieplan uitgevoerd, hoe is het meldingsgedrag geëvolueerd, welk effect heeft de preventieve boodschap gehad? Een logboek van de verstuurde berichten kan als basis dienen voor deze evaluatie.
  • Heeft de BIN-werking bijgedragen tot de vooropgestelde doelstellingen en in welke mate? Zijn de preventieve inspanningen toegenomen? Is het veiligheidsgevoel verhoogd?
  • Hoe beleven de BIN-leden de BIN-werking? Worden de sociale contacten bevorderd? Dit kan men nagaan op basis van kwalitatief onderzoek en de reacties op de berichtgeving.

Meetindicatoren?

Meetindicatoren van het BIN-partnerschap kunnen de volgende zijn:

  • Het meldingsgedrag en de kwaliteit daarvan (meting en beoordeling gebeurt door de politie);
  • De preventieve inspanningen van de BIN-leden (door bevraging en objectieve vaststelling);
  • De pogingen tot bepaalde feiten en de voltooide misdrijven (meting door de politie);
  • De evolutie van het veiligheidsgevoel (door middel van bevraging);
  • De toename van de sociale verwevenheid van de BIN-leden (initiatieven, samenwerkingsverbanden ...);
  • De kwaliteit van de communicatie en de samenwerkingsbereidheid van de politie en de burgers. Hierbij ligt de nadruk op de gemeenschapsgerichte politiezorg, waarbij contact met de wijkagenten onontbeerlijk is en elke burger de nodige inspanningen doet om de veiligheid te verhogen.

Aandacht voor veiligheid, door elke burger, politiedienst en overheid, binnen een juiste context kan leiden tot positieve resultaten. Als alle partijen de krachten bundelen en de nodige inspanningen doen om goed te communiceren, kan de veiligheid al gevoelig verhogen. De communicatie kan echter in sommige gevallen pas na langere tijd gebeuren, omwille van het geheim van het onderzoek. Dat respect voor het geheim van het onderzoek kan in heel wat gevallen ook de veiligheid van de burger verhogen. Een open communicatie tussen de lokale politie en de stuurgroep, met respect voor het geheim van het onderzoek, de privacywet en andere geldende regels, is om deze reden belangrijk.