Gemeenschapswacht
Vanwaar komt het bedrag van 17.200 euro waarvan sprake is in het koninklijk besluit van 25 december 2017 tot bepaling van de modaliteiten betreffende de bijkomende financiering van de gemeenschapswachten van de strategische veiligheids- en preventieplannen en gaat dit over een bijkomend budget?
Het bedrag van 17.200 euro waarvan sprake is in het bovengenoemde koninklijk besluit, is een bedrag dat vroeger via de FOD werkgelegenheid werd uitbetaald en nu is overgeheveld naar FOD Binnenlandse Zaken en wordt uitbetaald via een subsidie. Dit bedrag is het maximum dat een gemeente kan ontvangen voor een persoon die fulltime als gemeenschapswacht is tewerkgesteld. Dit bedrag dekt de reële lasten waarmee een gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van dat personeel. De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies, bijzondere toelagen, of bijzondere vrijstellingen die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten.
Dit bedrag staat volledig los van het bedrag dat tot 30 juni 2019 via Vlaanderen verkregen kon worden.
Kunnen de gemeenschapswachten controleren of voertuigen correct zijn afgesloten?
Ja, zij kunnen een visuele controle uitoefenen, maar in geen geval mogen zij het voertuig ‘aanraken’ door bijvoorbeeld aan de deurklinken te voelen.
Kunnen de gemeenschapswachten op de parking van een supermarkt werken?
Neen, de voor het publiek toegankelijke plaatsen die zich bevinden op privéterrein, zoals de parking van een handelscentrum en de betaalde openbare parkings zijn domeinen voorbehouden voor de private veiligheid.
Over welk opleidingsniveau dient de persoon die belast is met de dienst gemeenschapswachten te beschikken?
Er worden in de huidige wetgeving geen voorwaarden opgelegd voor wat betreft het opleidingsniveau van de coördinator van de dienst gemeenschapswachten.
Er wordt enkel aangegeven dat de persoon die de dienst gemeenschapswachten leidt, moet beschikken over voldoende bekwaamheden en kennis inzake teambeheer, beheer van de werking en organisatie van de gemeentelijke diensten en de rechten en verplichtingen van de gemeenschapswachten.
Dient er ook een dienst gemeenschapswachten te worden opgericht indien er enkel gemeenschapswachten werkzaam zijn binnen het PWA-statuut?
Ja. Een gemeente is verplicht om een dienst gemeenschapswachten in te stellen vanaf het moment dat zij beslist om – rechtstreeks of onrechtstreeks – beambten aan te werven die één of meerdere activiteiten zoals bepaald door de wet op de gemeenschapswachten zullen uitoefenen.
In de omzendbrief PREV 32 kan u het volgende terugvinden met betrekking tot de functie van gemeenschapswacht:
Elke persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks tewerk wordt gesteld door een gemeente en de opdrachten vermeld in de wet op de gemeenschapswachten als kernopdracht uitvoert, wordt beschouwd als gemeenschapswacht.
Onder “rechtstreeks of onrechtstreeks tewerkgestelden” wordt verstaan:
- de beambten die rechtstreeks door de gemeente worden aangeworven via een arbeidsovereenkomst (bediende, arbeider, activa-statuut, contingent startbaan…);
- de beambten die in het verleden onrechtstreeks door de gemeente werden aangeworven via een PWA-agentschap;
- de beambten aangeworven via een door bepaalde gemeenten opgerichte rechtspersoon.
Ondertussen zijn er weinig gemeenschapswachten die nog werken binnen het PWA –statuut. Bovendien wordt er niet meer gesproken van PWA maar werd dit ondertussen omgedoopt tot wijk-werken.
Hoe kan een meergemeentelijke dienst gemeenschapswachten worden opgericht en aan welke voorwaarden dient een dergelijke dienst te voldoen?
Een gemeente is verplicht om een dienst gemeenschapswachten in te stellen vanaf het moment dat zij beslist om beambten aan te werven die één of meerdere activiteiten van gemeenschapswachten zullen uitoefenen. Als oplossing voor de problematiek van kleinere gemeenten voorziet de wet van 13 januari 2014 die de wet op de gemeenschapswachten wijzigt in de mogelijkheid om een ”meergemeentelijke dienst gemeenschapswachten” op te richten.
Richtlijnen en voorwaarden omtrent de oprichting van een (meergemeentelijke) dienst gemeenschapswachten kan u terugvinden in het artikel 6/1 van de wet op de gemeenschapswachten.
Hoe kan men starten met een dienst gemeenschapswachten en met welke regelgeving dient er dan rekening te worden gehouden?
Het staat een stad of gemeente volledig vrij om ervoor te kiezen gemeenschapswachten aan te werven.
Voornaamste regelgeving:
- De wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, gewijzigd door de wet van 13 januari 2014.
- Omzendbrief PREV 32 van 3 mei 2010 – Omzendbrief waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten.
- Koninklijk Besluit van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 13 januari 2016.
- Ministerieel Besluit van 7 december 2008 betreffende de werkkleding en het embleem van de gemeenschapswachten.
- Ministerieel Besluit van 14 september 2020 tot bepaling van het model van identificatiekaart van de gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststeller.
- Koninklijk Besluit van 14 augustus 2021 betreffende de organisatie van het psychotechnisch onderzoek voor de gemeenschapswacht en de gemeenschapswacht-vaststeller.
- Ministeriële omzendbrief betreffende de identificatiekaarten van de gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststellers.
- Koninklijk besluit van 19 december 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen.
Enkele belangrijke punten:
- De wet van 15 mei 2007 heeft geen betrekking op het arbeids- en sociaal statuut van de gemeenschapswachten(-vaststellers). De gemeente kan opteren voor het sociaal dispositief van haar keuze en kan zo aan deze beambten het statuut toekennen dat zij het meest geschikt acht.
- De opdrachten die de gemeenschapswachten kunnen uitoefenen en het werkterrein waarop zij dit kunnen doen, staan (limitatief) opgesomd in de wet en verduidelijkt in de omzendbrief.
Ook de bevoegdheden van de gemeenschapswachten en de uitoefeningsvoorwaarden voor de functie van gemeenschapswacht zijn hierin opgenomen.
- Vanaf het moment dat een gemeente beslist om beambten aan te werven die één of meerdere activiteiten zoals bepaald door de wet op de gemeenschapswachten zullen uitoefenen, is een gemeente verplicht om een dienst gemeenschapswachten op te richten en het gemeenteraadsbesluit tot oprichting van de dienst gemeenschapswachten binnen de drie maanden nadat het besluit werd genomen over te maken aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Welke loonschalen zijn van toepassing op de gemeenschapswachten?
De wet van 15 mei 2007 is niet regulerend op het vlak van het arbeidsstatuut, noch op het vlak van het sociaal statuut van de gemeenschapswachten.
De wet regelt dus niets met betrekking tot het statuut waaronder de gemeenschapswachten aangeworven zijn of zullen worden aangeworven: hierin wordt de autonomie van de gemeente gerespecteerd.
De gemeente kan dus opteren voor het sociaal dispositief van haar keuze en kan zo aan de beambten het statuut toekennen dat zij het meest geschikt acht.
De loonschalen van de gemeenschapswachten zullen dan ook afhankelijk zijn van het statuut, de werktijden, enz.. waaronder de lokale overheid haar gemeenschapswachten heeft aangeworven of wenst aan te werven.
Welke procedure dient er voor de identificatiekaart gevolgd te worden als een gemeenschapswacht(-vaststeller) uit dienst treed?
Wanneer een gemeenschapswacht(-vaststeller), om welke reden dan ook, zijn activiteiten niet langer uitoefent binnen de gemeente, dient betrokkene zijn kaart binnen de 5 dagen aan de gemeenschapswachtcoördinator terug te bezorgen.
De gemeente dient vervolgens binnen de 5 dagen de kaart aangetekend terug te sturen aan de AD Veiligheid en Preventie, die de kaart vernietigt.
Adres = AD Veiligheid en Preventie – t.a.v. afdeling gemeenschapswachten
Handelsstraat 96 – 1040 Brussel
Bestaat er een vastgelegde format waarin het advies van de korpschef bij de aanvraag voor een identificatiekaart dient bezorgd te worden?
Er werd geen format bepaald waarin dit advies bijgevoegd dient te worden. De manier waarop het advies gevraagd wordt, is de vrije keuze van de gemeente/korpschef. Het is evenwel belangrijk dat het om een officieel advies van de korpschef gaat.
De vraag naar het advies van de korpschef komt voort uit artikel 7 §2 van de wet gemeenschapswachten:
“De gemeenschapswachten en de gemeenschapswachten-vaststellers kunnen door de organiserende gemeente slechts worden aangeworven na advies van de korpschef van de lokale politie bevoegd voor de politiezone waartoe de organiserende gemeente behoort. Voor het formuleren van zijn advies houdt de korpschef in het bijzonder rekening met de elementen die betrekking hebben op de vereisten, bedoeld in artikel 8, 2°, 3°, 4° en 5°. Zonder het uitvoeren van specifieke onderzoeken, steunt hij zijn bevindingen op inlichtingen van bestuurlijke en gerechtelijke politie, waarvan hij kennis heeft.”