Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
59 resultaten

Gemeenschapswacht

Moet de volledige naam (voornaam en familienaam) steeds op de badge worden vermeld?

In artikel 12 van de wet van 15 mei 2007 wordt bepaald welke vermeldingen de identificatiekaart van de gemeenschapswacht(-vaststeller) moet bevatten, namelijk:
1° de naam, voornaam en foto van de houder
2° de naam van de organiserende gemeente 
3° al naargelang van het geval, de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
4° de vervaldatum van de identificatiekaart.

In de omzendbrief PREV 32 worden bijkomend de twee doelstellingen van de identificatiekaart vermeld, namelijk:
- door middel van deze kaart kan betrokkene aantonen dat hij voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor het uitoefenen van de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
- de burger die zich benadeeld voelt door het optreden van een gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller, kan de beambte aan de hand van de identificatiekaart identificeren en zodoende zijn klachtrecht uitoefenen.

Omwille van deze bovenstaande redenen is het belangrijk dat de volledige naam (voornaam en familienaam) van de gemeenschapswacht(-vaststeller) op de identificatiekaart vermeld wordt.  

Wat zijn de profielen van de lesgevers voor de opleiding ‘Gemeenschapswacht’?

Volgens het KB van 15 mei 2009 moet de erkende opleiding gedoceerd worden door lesgevers die beschikken over een nuttige ervaring van minimum 2 jaar of een diploma hoger onderwijs met betrekking tot de materie die ze zullen onderwijzen.

Moet een gemeenschapswacht die de opleiding gemeenschapswacht reeds gevolgd heeft voor de wijzigingen van de wet in 2014 de opleiding opnieuw volgen als hij bijvoorbeeld voor een andere gemeente gaat werken?

De geldigheid van de behaalde attesten blijft behouden. De gemeenschapswacht is niet verplicht om de opleiding  opnieuw te volgen tenzij natuurlijk de gemeente hier zelf op staat. 

Als een kandidaat gemeenschapswacht een vrijstelling wenst te bekomen voor een vak of onderdeel van een vak dat hij reeds met vrucht behaalde, aan wie dient dit verzoek dan gericht te worden?

Een vraag tot vrijstelling dient gericht te worden aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, dit kan door een mail te richten aan volgend mailadres: [email protected]. Een vrijstelling kan slechts goedgekeurd worden indien aan bepaalde voorwaarden voldaan is en mits voorlegging van een geldig attest. 

De toegang tot de examens is afhankelijk van een regelmatige aanwezigheid tijdens de vorming, wat wordt er verstaan onder deze “regelmatige aanwezigheid”?

Artikel 4 van het KB van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen bepaalt het volgende:

“De aanwezigheid kan als regelmatig beschouwd  worden, indien de eventuele gerechtvaardigde afwezigheden niet meer bedragen dan twintig procent van het totaal aantal lesuren. Ingeval van niet-gerechtvaardigde afwezigheid, wordt de volledige opleiding niet gevalideerd.”

Een kandidaat mag dus deelnemen aan de examens als hij niet meer dan 20% gerechtvaardigde afwezigheid (bv. ziekte met attestatie van dokter) kende tijdens de volledige opleiding én geen enkele onwettige afwezigheid. 
Vanaf dat iemand meer dan 20% afwezigheid en/of één onwettige afwezigheid kent, dient de volledige opleiding opnieuw gevolgd te worden.
 

Moeten kandidaat gemeenschapswachten (-vaststellers) slagen voor het examen en wat is de procedure als ze niet geslaagd zijn?

In het verleden diende enkel de persoon die gemeenschapswacht-vaststeller wilde worden te slagen voor het examen. De kandidaat gemeenschapswacht diende enkel te kunnen aangeven dat hij op regelmatige basis de opleiding had gevolgd. Hij diende dus niet voor het examen te slagen. 

Met de wet van 30 juli 2018 is deze procedure echter gewijzigd en dient elke gemeenschapswacht sedert 1 oktober 2019 te slagen voor het examen. 

Meer informatie inzake de procedure bij o.a. niet slagen, kan teruggevonden worden in het KB van 19 december 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen.   
 

Is een attest gemeenschapswacht specialisatiejaar BSO Veiligheidsberoepen (studiegebied Maatschappelijke Veiligheid) voldoende om de taak van gemeenschapswacht uit te voeren of moet deze persoon een bijkomende opleiding volgen?

Dit attest voldoet aan de voorwaarden inzake opleiding en vorming en volstaat dus om de taak van gemeenschapswacht uit te voeren (indien de kandidaat ook aan de andere aanstellingsvoorwaarden (artikel 8 van de wet van 15 mei 2007) voldoet uiteraard).

Bijkomende informatie
Met betrekking tot de Veiligheidsopleidingen Secundair Onderwijs (VOSO) zijn er twee mogelijkheden, afhankelijk van het feit of de kandidaat beroeps- dan wel technisch secundair onderwijs gevolgd heeft.

In het BSO gaat het over het 7e jaar Veiligheidsberoepen: afgestudeerden uit deze richting behalen naast het attest gemeenschapswacht ook onder andere een attest voetbalsteward of bewakingsagent.

In het TSO is er een Se-n-Se Integrale Veiligheid: afgestudeerden uit deze richting behalen onder andere een attest leidinggevende bewakingssector, of attesten die doorstroming naar politie- of brandweeropleiding mogelijk maken, maar geen attest gemeenschapswacht.

Wanneer kandidaten solliciteren voor de functie van gemeenschapswacht is het dus belangrijk steeds een kopie van het diploma en de behaalde attesten op te vragen, zodat men kan nagaan of de persoon uit het BSO of TSO komt. 
Enkel diegenen die uit het 7e jaar Veiligheidsberoepen van het BSO komen, en dus over het attest gemeenschapswacht beschikken, mogen zonder meer aangeworven worden als gemeenschapswacht en – indien ze als gemeenschapswacht-vaststeller ingeschakeld zullen worden – rechtstreeks deelnemen aan de opleiding GAS. 
De personen die uit het TSO komen moeten wel de basisopleiding gemeenschapswacht volgen.

Steden en gemeenten die hierover een concrete vraag hebben mogen ons steeds het attest van betrokkene overmaken via [email protected] en dan kijken we met plezier na of het diploma of attest van deze persoon voldoet om zonder bijkomende opleiding aangeworven te worden.
 

Wat is de diplomavereiste voor een gemeenschapswacht?

Voor het uitoefenen van de functie van gemeenschapswacht is er geen diplomavereiste vastgelegd. Het staat de gemeente dus vrij het vereiste diplomaniveau te bepalen.

Dit geldt enkel voor de gemeenschapswacht, niet voor de gemeenschapswacht-vaststeller.

 

Kan een vrijwilliger als gemeenschapswacht worden ingezet?

Volgens artikel 8 van de  wet gemeenschapswachten is dit niet mogelijk. De gemeenschapswachten, de gemeenschapswacht-vaststellers en de gemeenteambtenaar belast met de leiding van de dienst, moeten aangeworven zijn door de organiserende gemeente.

Aan welke voorwaarden dient een persoon te voldoen om de functie van gemeenschapswacht(-vaststeller) te mogen uitoefenen?

De verplichte voorwaarden worden uiteengezet in artikel 8 van de wet van 15 mei 2007:
•    minstens 18 jaar oud zijn;
•    niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een criminele straf bestaande uit een boete, een werkstraf of gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer;
•    geen feiten hebben gepleegd die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling, raken aan het vertrouwen in de betrokkene doordat ze in hoofde van de betrokkene een ernstige maatschappelijke tekortkoming uitmaken of een tegenindicatie voor het gewenste profiel van de gemeenschapswacht, zoals bedoeld in het §2, uitmaken;
•   voor wat betreft de « gemeenschapswacht-vaststeller » de Belgische nationaliteit hebben en voor wat betreft de « gemeenschapswacht », onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van een andere staat en in dit laatste geval, sedert drie jaar zijn wettige hoofdverblijfplaats hebben in België. De gemeenschapswacht-vaststeller moet minstens beschikken over ofwel een diploma secundair onderwijs, ofwel een getuigschrift lager secundair onderwijs of tweede graad secundair onderwijs aangevuld met een ervaring van minstens vijf jaar ten dienste van een gemeente, die nuttig is voor het uitoefenen van de functie ;
•    niet tegelijkertijd werkzaamheden uitoefenen van privédetective, een functie uitoefenen in het kader van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, lid zijn van een politiedienst of een door de Koning bepaalde activiteit uitoefenen;
•    aangeworven zijn door de organiserende gemeente; 
•    voldoen aan voorwaarden inzake opleiding en vorming, zoals bedoeld in artikel 10;
•    voor wat betreft de « gemeenschapswacht-vaststeller », voldoen aan de minimumvoorwaarden van artikel 119bis, § 6, van de nieuwe gemeentewet.

Het gewenste profiel van de gemeenschapswacht en de gemeenschapswacht-vaststeller is gekenmerkt door :
1.    respect voor medemensen;
2.    burgerzin;
3.    een incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;
4.    respect voor plichten en procedures;
5.    geen gevaar vormen voor de openbare orde. 
Het voldoen aan het profiel wordt nagegaan aan de hand van een psychotechnisch onderzoek.

De gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststellers kunnen door de organiserende gemeente slechts worden aangeworven na advies van de korpschef van de lokale politie bevoegd voor de politiezone waartoe de organiserende gemeente behoort.

Een kandidaat dient aan al de bovenstaande voorwaarden te voldoen voordat hij/zij als gemeenschapswacht(-vaststeller) tewerkgesteld mag worden.