Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
33 resultaten

Vergunningen en activiteiten

Wat moet ik doen als mijn vestigingsplaats als detective wijzigt?

De vestigingsplaats van de detective is daar waar hij het centrum van zijn professionele activiteiten heeft gevestigd of waar hij dit als kandidaat-detective van plan is te doen. Bedoeld wordt: de plaats waar hij zijn klanten, post en telefoon met betrekking tot zijn beroepsactiviteit ontvangt of zal ontvangen, waar hij zijn archief bijhoudt of zal bijhouden.

  • Wanneer de vestigingsplaats als detective wijzigt, dient dit per mail ([email protected]) overgemaakt te worden aan de administratie.
  • Er zal dan een besluit tot wijziging moeten worden opgemaakt.
  • De betrokkene zal dan ook in het bezit worden gesteld van een nieuwe identificatiekaart detective.
  • Het is niet noodzakelijk hiervoor een nieuwe pasfoto over te maken.

Ik heb een geldige vergunning veiligheidsadvies en een vergunning als bewakingsonderneming. Kan ik beide vergunningen behouden?

De vergunningen en erkenningen, verleend in het kader van de wet van 10 april 1990 blijven geldig tot de vervaldatum.

Nadien zal, gelet op de vereiste neutraliteit van veiligheidsadviseurs, zoals voorzien in de wet van 2 oktober 2017, een keuze gemaakt moeten worden (art. 58-59, 271 en 272).

Onder welke vorm kan een onderneming voor veiligheidsadvies georganiseerd zijn?

Een onderneming voor veiligheidsadvies is een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Een inschrijving in de Kruispuntbank is steeds vereist voor het bekomen van een vergunning.

Artikel 8 van de wet private veiligheid van 2 oktober 2017 voorziet in het verlenen van vergunningen aan “ondernemingen voor veiligheidsadvies”. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de betreffende activiteiten in naam van de vergunde onderneming (rechtspersoon/natuurlijk persoon) worden uitgeoefend.

Binnen mijn onderneming is er een afdeling die uitsluitend activiteiten van veiligheidsadvies uitvoert ten behoeve van deze onderneming. Moeten wij een vergunning aanvragen?

In het kader van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid is een contractueel element vereist en gaat het hier over een dienstverlening aan derden. Het doel is dus niet om de uitoefening van de taken van veiligheidsadvies voor zijn eigen behoefte te regelen.

Welke trainingen op veiligheidsgebied vallen onder het toepassingsgebied, zoals bedoeld in artikel 8 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid?

Artikel 8 van de wet private veiligheid van 2 oktober 2017 beoogt trainingen ter voorkoming van strafbare feiten tegen personen of goederen. Hier kan bijv. gedacht worden aan een training voor het personeel van grootwarenhuizen en banken hoe ze zich het best gedragen in het kader van een overval.

Indien het gaat over trainingen met betrekking tot brandbeveiliging en de gezondheid van de werknemers die louter vallen onder het luik ‘safety’, vallen zij buiten het toepassingsgebied van de wet van 2 oktober 2017.

Zodra men een opleiding aanbiedt, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 23 mei 2018 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan is hiertoe een afzonderlijke erkenning als opleidingsinstelling vereist.

Kan ik het beroep van privédetective uitoefenen in bijberoep?

In principe mag het beroep van privédetective enkel als hoofdberoep worden uitgeoefend (artikel 4 van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective).

In dit kader zijn er twee afwijkingen.

  • Het is mogelijk het beroep van detective als bijberoep uit te oefenen tijdens de eerste vergunningsperiode van 5 jaar. Met deze afwijking wil de wetgever een beginnende detective de kans geven zijn praktijk uit te bouwen.
  • Daarenboven is het mogelijk het beroep van privédetective uit te oefenen als bijberoep wanneer de detectiveactiviteit een inherent bestanddeel uitmaakt van een andere hoofdactiviteit. De detectiveactiviteit vormt soms een gebruikelijk onderdeel van een ander hoofdberoep. De wetgever dacht hier specifiek aan sommige personeelsleden van bankinstellingen of verzekeringsinspecteurs.

Wanneer heb ik als privédetective een bijzondere toestemming nodig en hoe moet ik die aanvragen?

Het is de privédetective in principe verboden zijn activiteiten uit te oefenen ten behoeve van publiekrechtelijke rechtspersonen behoudens de voorafgaandelijke toestemming van de Minister van Binnenlandse Zaken (artikel 13 van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective).

  • Deze toestemming moet per opdracht en overeenkomst worden gegeven.
    Van deze vereiste wordt afgeweken voor detectives die in vast dienstverband werken bij de betrokken publiekrechtelijke rechtspersoon en uitsluitend voor die organisatie opdrachten uitvoeren.
  • De toestemming strekt zich voor deze personen uit tot het einde van hun vergunningsperiode en voor zover ze bij de betrokken opdrachtgever in dienst zijn.
  • Deze bijzondere toestemming mag per mail worden ingediend via mail ([email protected]).
  • De bijzondere toestemming dient te worden getekend door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Moet ik als buitenlander een vestigingsplaats hebben in België om een vergunning als privédetective te bekomen?

Men mag geen activiteiten als detective op Belgisch grondgebied uitoefenen of zich als dusdanig bekend maken zonder daartoe voorafgaandelijk vergund te zijn. (Artikel 2, 1 van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective)

De detective die niet in België is gevestigd, maar in België toch activiteiten als detective wil uitoefenen, moet onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie.

De detective die geen vestigingsplaats heeft in België moet een vestigingsplaats kiezen bij een in België vergunde detective. 

Deze detective moet ervoor instaan dat de aanvrager de artikelen 5, 6 en 7 van de detectivewet naleeft. (Artikel 3, §2, 3° van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective).

De detective bij wie de vestigingsplaats wordt gekozen moet gedurende dezelfde periode over een vergunning beschikken en mag niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een schorsing of intrekking van deze vergunning. (Artikel 3; § 1, 3° van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective)

Hoe kan ik mijn beroepsactiviteiten als detective stopzetten?

Om de intrekking van de vergunning als detective te bekomen volstaat het uw identificatiekaart per aangetekend schrijven terug te sturen naar de Directie Private Veiligheid, Handelsstraat 96, 1040 BRUSSEL.

  • Er kan maar worden overgegaan tot de intrekking van de vergunning vanaf het moment dat de administratie in het bezit is van uw identificatiekaart detective.
  • De postdatum van de aangetekende zending zal in aanmerking worden genomen voor de intrekking van de vergunning als detective.
  • Er zal een besluit tot intrekking van het besluit worden opgesteld.

Wat is het onderscheid tussen evenementenbewaking en uitgaansmilieu m.b.t. de conversietabel en m.b.t. de identificatiekaart?

Voor evenementenbewaking (artikel 3, 7°) en persoonscontrole restcategorie (artikel 3, 13°) → functiecode exe 10 is vereist op de identificatiekaart.
Voor bewaking uitgaansmilieu (artikel 3, 8°) → functiecode exe 07 is vereist op de identificatiekaart.

De conversietabel verwijst niet naar de functiecodes op de identificatiekaarten (= de bewakingsactiviteiten die bewakingsagenten kunnen uitoefenen).

De conversietabel verwijst naar de activiteiten waarvoor een onderneming vergund is: bijv. Is een bewakingsonderneming onder de wet van 10 april 1990 vergund voor de activiteiten van toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet publiek toegankelijke plaatsen met inbegrip van bewakingsactiviteiten op werkposten gelegen in een café, bar, kansspelinrichting of dansgelegenheid dan mag die bewakingsonderneming met diezelfde vergunning nu onder de wet van 2 oktober 2017 de bewakingsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 3 7°, 13° en 8° uitoefenen.

Het onderscheid tussen evenementen (artikel 2, 15°) en uitgaansmilieu (artikel 2, 14°) kan inderdaad voor enige verwarring zorgen.

Voor het uitgaansmilieu is het alvast duidelijk dat alle cafés, bars, kansspelinrichtingen en gewoonlijke dansgelegenheden (bijv. dancings) hier onder vallen. Zij vormen een duidelijk afgebakend geheel.

Het is vooral de grens tussen occasionele dansgelegenheden (= ook uitgaansmilieu) en evenementen die nog ruimte voor interpretatie laat.
Een fuif (= een occasionele dansgelegenheid) valt ook onder het uitgaansmilieu.
Sportwedstrijden, gewone muziekoptredens (maar dan niet in een café, dancing of tijdens een fuif), festivals, beurzen worden daarentegen aanzien als evenementen.

Evenementen Uitgaansmilieu
festivals, gewone muziekoptredens (NIET in een café, dancing of tijdens een fuif) occasionele dansgelegenheden (bijv. fuif, TD)
sportwedstrijden, beurzen cafés, bars, kansspelinrichtingen, gewoonlijke dansgelegenheden (bijv. dancings)