Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
2 resultaten

Bewakingsagent

Hoe kan ik een bewakingsagent herkennen?

  • Uniform:

    Behoudens enkele uitzonderingen (bijv. een winkelinspecteur of een bodyguard) zijn bewakingsagenten verplicht om een uniform te dragen.

Dit uniform moet bovendien aan een aantal bestaande voorwaarden te voldoen:

  1. Het mag geen aanleiding geven tot verwarring met het uniform van agenten van de openbare macht. Zo mogen bijv. metalen knopen, kepies of schouderstukken geen deel uitmaken van het uniform van bewakingsagenten;

  2. De kleuren van het uniform zijn uitsluitend zwart, wit, geel of rood of een mengeling van deze kleuren;
  3. Het uniform bevat naast de naam en het logo van de vergunde bewakingsonderneming/interne bewakingsdienst en eventueel de woorden “SECURITY”, “SECURITE” of “VEILIGHEID”, geen andere opschriften, tekeningen, insignes,…
    • Vigilisembleem:

      Naast de hierboven bedoelde voorwaarden dient er op de rechterborstzijde van de zichtbare bovendelen van het uniform van de bewakingsagent tevens een vigilisembleem gestikt te zijn.

      Dit herkenbare “V-teken” wordt exclusief door de FOD Binnenlandse Zaken uitgereikt aan de vergunde bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten.

      Vigilis embleem
       

    • Identificatiekaart:

      Uitgezonderd operatoren van alarmcentrales (nieuw), die immers niet zichtbaar in contact komen met het publiek, zijn bewakingsagenten wettelijk verplicht om tijdens de uitoefening van bewakingsactiviteiten hun door de FOD Binnenlandse Zaken afgeleverde identificatiekaart op een duidelijk leesbare wijze te dragen. Het zal niet meer volstaan om een ondernemingsbadge zichtbaar te dragen en de identificatiekaart bijvoorbeeld louter op zak te hebben (nieuw).
      Hoewel winkelinspecteurs hun identificatiekaart niet dienen te dragen tijdens hun observaties, moeten ook zij deze identificatiekaart duidelijk zichtbaar dragen wanneer zij een winkelklant interpelleren.
      Identificatiekaart Beveiliging  
       

    Het belang van de kaart is evident:

    1. Voor de bewakingsagent:
      Hij bewijst met zijn geldige kaart dat hij zijn bewakingsfunctie wettelijk mag opnemen. Zonder kaart kan hij immers geen bewakingsactiviteiten uitoefenen.

    2. Voor de controle-instanties (politiediensten en bevoegde inspecteurs):
      De bewakingsagent moet bij elke controle zijn kaart afgeven wanneer dat gevraagd wordt.

    3. Voor de burger:
      Deze moet kunnen weten met welke bewakingsagent hij geconfronteerd werd om bijvoorbeeld bij onheuse behandeling klacht te kunnen indienen. De bewakingsagent moet zijn kaart dan ook tonen aan elke burger die erom vraagt.

    4. Voor de klanten van een bewakingsonderneming:
      Klanten die de bewaker wensen te identificeren alvorens hij beveiligde zones betreedt of waarden ophaalt of om na te gaan of het om een echte dan wel een valse bewakingsagent gaat.​

    Welke bevoegdheden heeft een bewakingsagent?

    De wet voorziet 3 soorten bevoegdheden die steeds gepaard gaan met specifieke regels of voorwaarden. Deze regels zorgen o.a. voor een vrijwaring van de fundamentele rechten van de burgers.

    1. Generieke bevoegdheden: bevoegdheden die gelden bij de uitoefening van bewakingsactiviteiten ongeacht de omstandigheden (art. 94 tot 120 van de wet private veiligheid).

    • Toegangscontrole van personen en bij niet publiek toegankelijke plaatsen van voertuigen.
    • Identiteitscontroles bij alle (nieuw) niet voor het publiek toegankelijke plaatsen.
    • Bewaking van de veiligheidsperimeter bij noodsituaties.
    • Bewaking op de openbare weg in gelimiteerde gevallen.

    2. Activiteitsgebonden bevoegdheden en/of verplichtingen: bevoegdheden waarover een bewakingsagent enkel beschikt indien hij een bepaalde bewakingsactiviteit uitoefent (art. 121 tot 135 van de wet private veiligheid). bijv.: 

    • Winkelinspectie (het interpelleren van klanten die van diefstal worden verdacht.
    • Verkeersbegeleiding (de bewakingsagent heeft op dat moment ook de bevoegdheden als signaalgever).
    • Beveiligd vervoer (gebruik van ontwaardingssystemen).
    • Uitgaansmilieu (de activiteiten aan de in- of uitgang gebeuren in het gezichtsveld van camera’s, behalve in occasionele dansgelegenheden).

    3. Situationele bevoegdheden: bevoegdheden waarover een bewakingsagent enkel beschikt op specifieke plaatsen of in specifieke situaties (art. 136 tot 145 van de wet private veiligheid). bijv.:

    • De systematische controle van en in de voertuigen bij het verlaten van sites waar nucleair materiaal wordt bewaard.
    • Het zoeken naar onbevoegde personen op nucleaire sites of in bepaalde havenfaciliteiten.